Allereerst kijken we naar het verschil tussen een stichting en een vereniging. De wettelijke definitie van een stichting wordt gegeven in artikel 2:285 lid 1 BW, de wettelijke definitie van een vereniging wordt gegeven in artikel 2:26 BW. De grootste verschillen tussen stichting en vereniging zitten in het democratische gehalte van de organisatie. De stichting kan snelle beslissingen nemen omdat zij niet hoeft te overleggen met een achterban. De vereniging kan de beslissingen minder snel nemen, maar heeft wel een democratische achterban. Door deze achterban kan de vereniging initiatieven op gemeentelijk niveau op de agenda zetten.
Ten tweede bekijken we welk soort vereniging het best bij de dorpsraad past. Uit de wet vloeit namelijk voort dat er twee soorten verenigingen zijn, een vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid en een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid. Kijkend naar deze twee verenigingsvormen de aansprakelijkheden hierin en het recht op verkrijgen van registergoederen, is de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid het meest geschikt voor de dorpsraad.
Verder heeft een stichting geen eigen inkomsten en is volledig afhankelijk van anderen (subsidies, giften, sponsoring). De vereniging is voor een groot deel afhankelijk van anderen, maar ontvangt ledenbijdrages als vast inkomen. Hierdoor creëren wij een groter budget, waarmee activiteiten kunnen worden bekostigd en door het bestuur gemaakte kosten kunnen worden vergoed.
De dorpsraad zal zich dus moeten inzetten een gezond ledenbestand te behouden. Hiermee kunnen we een stabiele positie innemen tegenover de gemeente. Met de extra inkomsten kunnen wij meer actiepunten uitvoeren en gemaakte kosten vergoeden. De dorpsraad is al jarenlang actief met de overgang van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie.